Zeeland: 'Compensatie voor kazerne moet wel extra zijn'

MIDDELBURG - Als het kabinet besluit de marinierskazerne niet naar Vlissingen te verhuizen, dan moet de compensatie ‘extra’ zijn en voor heel Zeeland een structureel sociaal-economisch effect hebben. Dat schrijven de Zeeuwse overheden woensdag in een brief aan minister-president Mark Rutte.

Nu staatssecretaris Barbara Visser van Defensie zich dinsdagavond uitsprak tegen de verhuizing van de kazerne naar Vlissingen, doen de Zeeuwse overheden - provincie Zeeland, gemeente Vlissingen en waterschap Scheldestromen - in hun brief een beroep op het kabinet. 

Belang

De Zeeuwen stellen in Vissers argumenten geen rechtvaardiging te zien voor heroverweging van het besluit om de kazerne van Doorn naar Vlissingen te verplaatsen. ‘Mocht er achter de schermen al compensatie voor Zeeland worden bedacht, dan moeten drie factoren overwogen worden’, schrijven de drie Zeeuwse partijen. Het belang voor Zeeland is de komst van een groot aantal personen, mariniers en hun gezinnen, die de Zeeuwse economie zou versterken. ‘Samen met indirecte effecten goed voor ruim 2000 arbeidsplaatsen en extra bestedingen die geraamd zijn op 28 miljoen euro per jaar’, staat in de brief. 

Imagoschade

Ook willen de bestuurders de imagoschade voor de provincie vergoed zien. ‘Zeeland is neergezet als regio waarvan het logisch is dat mensen daar niet naartoe willen. Dat kan ook in de toekomst effecten hebben.'

Ten derde vinden de brievenschrijvers het vanzelfsprekend dat het kabinet de (in)directe kosten vergoedt, die Zeeuwse partijen gemaakt hebben voor de uitvoering van hun deel van de overeenkomst over de kazerne, zoals het kopen van grond, verhuizen van bewoners en bedrijven en aanleg van infrastructuur.

Extra

Als het kabinet de Tweede Kamer voorstelt de kazerne niet te verhuizen naar Vlissingen, dan hoort daar voor de Zeeuwse bestuurders een concreet compensatievoorstel bij. ‘Wij begrijpen dat de druk groot zal zijn om bestaande afspraken of andere zaken die redelijkerwijs, ook vanuit nationale doelstellingen, al in Zeeland gerealiseerd zouden moeten worden, nu onder de vlag van “compensatie” te brengen. Maar mede vanuit behoorlijk bestuur achten wij het een politiek-bestuurlijke plicht van het kabinet om compensatie aan te bieden die daadwerkelijk “extra” is.’ Daarmee doelt Zeeland op het feit dat de kazerne al compensatie was voor het verlies van arbeidsplaatsen door het jarenlang wegtrekken van Rijksdiensten uit de provincie.